We houden de wet aan voor verlengde jeugdhulp: hulp aan jeugdigen tussen de 18 en 23 jaar.
In verschillende culturen komt direct taalgebruik van de arts over het einde van medische mogelijkheden van de patiënt als een schok over. In verschillende religies kan nooit de arts zeggen of de patiënt dood gaat. Dit is in hun visie voorbehouden aan God/ Allah.
Welke factoren spelen een rol bij de behandeling? Er zijn een groot aantal factoren die een rol spelen bij beslissingen over welke behandeling in de palliatieve fase het meest passend is. Het belang van het kind staat altijd voorop en elk kind dient met waardigheid, respect en privacy behandeld te worden. Zorgverleners overleggen voortdurend met u en met uw kind over de keuze’s en de te nemen stappen. Ze doen dit op een manier die voor u en uw kind begrijpelijk is. Uw mening en wensen en die van uw kind moeten zwaar wegen in afwegingen over alle aspecten van de zorg. Indien nodig biedt men u een second opinion aan.
Bij sommige moslims kan het voorkomen dat men het belangrijk vindt dat de zieke niet te weten komt wat hem of haar mankeert. Zeker als het om een levensbedreigende ziekte gaat. In meer culturen gaat het ‘welzijn’ van de patiënt boven diens (recht op) waarheid. De patiënt wordt beschermd. Dit is helemaal aan de orde als het om een kind gaat. Een woord als ‘kanker’ mag niet vallen.
Doop of ziekenzalving kan voor kind en familie een christelijk ritueel zijn om de onderlinge verbondenheid in liefde tot uiting te brengen en te delen in de verwachting dat deze verbinding tot over de grenzen van het leven standhoudt. De geestelijke verzorging kan hierin een rol vervullen. Maar natuurlijk ligt een geloofsgemeenschap in de buurt nog meer voor de hand, zeker als het kind thuis is.
Close-reading betekent dat een tekst meerdere keren gelezen wordt. Iedere keer wordt er stil gestaan bij een ander leesdoel. Een tekst wordt hierdoor vanuit meerdere perspectieven belicht.
In veel culturen en godsdiensten treft de ziekte van een lid van de familie het geheel. Zo veel mogelijk mensen zijn in moeilijke fases aanwezig. In het ziekenhuis of thuis. Het is hun godsdienstige plicht om ‘er te zijn’. De familie wordt vaak betrokken bij keuzes op medisch-ethisch terrein.
Gezamenlijke besluitvorming is een centraal element binnen de kinderpalliatieve zorg. In de richtlijn kinderpalliatieve zorg is er een hoofdstuk gewijd aan besluitvorming. Hierin wordt een samenvatting gegeven van de bestaande kennis, en er worden 26 aanbevelingen gedaan over de algemene aspecten van het continue proces van gezamenlijke besluitvorming.
Het handvest is een beschrijving van hoe goede kinderpalliatieve zorg er in Europa uit zou moeten zien vanuit perspectief kind, gezin en zorgprofessional.
Hindoestanen kennen vele rituelen die de ziel van de mens begeleiden. Deze voltrekken zich met name in familieverband thuis met de eigen huispandit. Toch kan het goed zijn hiernaar te vragen. De Hindoestanen kennen heel veel afscheidsrituelen die in huiselijke kring voltrokken worden. Het moment van overlijden is zeer belangrijk en moet onmiddellijk gemeld worden aan de huispandit om de te verrichten rituelen te bepalen.
Het hebben en houden van hoop is in veel godsdiensten een godsdienstige plicht. Verlies je de hoop dan zeg je daarmee dat God uiteindelijk niet de touwtjes in handen heeft. In de islam is het een plicht om ook voor een ander de hoop hoog te houden. Beter sterft iemand die denkt dat hij zal genezen – want zijn gemoed zal nog vol verwachting zijn – dan dat iemand zonder hoop en zonder geloof gaat.
Wie ongeneeslijk ziek is en niet meer thuis kan of wil wonen, krijgt in een hospice goede zorg en aandacht in een huiselijke sfeer in de laatste levensfase.
Integraal Kankercentrum Nederland (IKNL) is een onafhankelijk kennisinstituut voor de oncologische en palliatieve zorg.
Voor veel godsdiensten, waaronder de joodse, is het van belang het lichaam na overlijden zo min mogelijk te verstoren.
Anders dan een hospice voor volwassenen, zijn kinderhospices er alleen voor kinderen die doodziek zijn en terminale zorg nodig hebben. Het is een huis waar zieke kinderen korte óf langere tijd kunnen verblijven waardoor ouders en het gezin even rustig op adem kunnen komen terwijl de zorg voor hun kind in professionele handen is.
Een verpleegkundig kinderzorghuis is een huis waar zieke kinderen/jongeren van 0 tot en met 18 jaar, vaak met complexe zorgvragen, (tijdelijk) kunnen verblijven of logeren. De verzorging en verpleging die 24 uur per dag, 7 dagen per week wordt gegeven, staat helemaal in het teken van wat een kind nodig heeft om ondanks de ziekte of beperking zich prettig te voelen.
Een ziekte die hoogstwaarschijnlijk zal uitlopen op een vroegtijdige dood, maar waarbij ook de kans bestaat op langdurig overleving tot aan de volwassen leeftijd.
Aandoening waarbij het kind meestal vroegtijdig dood gaat.
Bijvoorbeeld dat een kind met een kaal hoofd op school snel te horen zal krijgen wat hij of zij heeft.
In het symbool dat voor ouders betekenis heeft, zoals de vlinder, een vogeltje, een libelle, etc., dat zich op specifieke momenten aan de familie laat zien. Maar ook door middel van storingen in elektrische apparaten als de tv of dvd-speler. Deze ervaringen hebben grote betekenis voor de personen die ze meemaken, maar worden niet vanzelfsprekend met buitenstaanders gedeeld uit angst daarin afgewezen te worden.
Voor moslims kan het zinvol zijn om te verwijzen naar of contact op te nemen met een imam om met recitaties uit de koran de overgang van de ziel naar het paradijs zo makkelijk mogelijk te maken. Deze gebeden en recitaties zijn echter geen noodzakelijk ritueel i.t.t. de begrafenisrituelen. In de islam is het belangrijk dat mensen uit de geloofsgemeenschap een rituele wassing , vergezeld door Koranrecitaties, verrichten en het lichaam in een speciaal gewaad wikkelen. Van te voren afstemming over wie wat doet, is gewenst.
Er zijn ook vele niet-godsdienstige afscheidsrituelen, die in veel gevallen spontaan ontstaan, Kinderen en ouders zoeken soms eigen rituelen uit. Bv het samen kijken van de babyfoto’s en herinneringen ophalen aan de vroege kinderjaren.
Weliswaar schrijft de islam voor dat het lichaam in een staat van heelheid aan Allah zou moeten worden teruggegeven, maar het leven gaat altijd voor de leer. Als het leven van een ander in het geding is, is ook orgaandonatie bij leven mogelijk. Op al deze gebieden bestaat echter in de persoonlijke beleving van mensen grote weerstand.
Met partners worden in dit stuk bedoeld: professionals / organisaties / vrijwilligers / bestuurders / patiënten en naasten.
Regio Utrecht betreft de regio’s Noordwest Veluwe, Eemland, Utrecht stad, Noordwest-, Zuid- en Zuidoost Utrecht en Rivierengebied.
Regio Zuidoost betreft de regio’s Oost-Veluwe, Zutphen, Achterhoek, De Liemers, Arnhem, Gelderse Vallei, Zuid-Gelderland, Noordelijke Maasvallei. Oss-Uden-Veghel en ’s Hertogenbosch-Bommelerwaard.
Regio Holland Rijnland betreft de regio’s Zuid-Holland Noord, Midden-Holland, Haaglanden en Delft-Westland-Oostland.
Respijtzorg betekent dat iemand de zorg overneemt van de mantelzorger. Bijvoorbeeld als de mantelzorger op vakantie gaat, of als hij of zij de zorg tijdelijk niet aan kan. Ook logeren of dagopvang is een vorm van vervangende zorg die de mantelzorger ontlast.
De richtlijn ‘Palliatieve zorg voor kinderen’ is een algemene medische richtlijn. ‘Algemeen’ wil zeggen voor alle kinderen met een ziekte of aandoening, niet specifiek een bepaalde groep of bepaalde aandoening. ‘Medisch’ wil zeggen dat het specifiek gaat over hoe symptomen, verschijnselen of klachten behandeld zouden kunnen worden. En dat deze voorgestelde behandeling gebaseerd is op medisch wetenschappelijk onderzoek, dan wel kennis en ervaring van de (medisch)behandelaars.
Bij een somatische aandoening heeft iemand lichamelijke en psychische klachten. Iemand heeft bijvoorbeeld veel pijn en is daar angstig of somber bij.
De taskforce zorgt ervoor dat palliatieve zorg voor kinderen en jongeren sterker wordt vertegenwoordigd binnen de EAPC. Hierdoor kan de EAPC in heel Europa één stem geven voor palliatieve zorg voor alle leeftijdsgroepen. De Taskforce brengt iedereen samen die werkt aan de ontwikkeling en ondersteuning van palliatieve zorg voor kinderen en jongeren.
Het gebruik van de term ‘terminale ziekte’ is vaak verwarrend. Het wordt meestal gebruikt om zowel de kinderen met een levensduurverkortende ziekte aan te duiden, als ook de kinderen met een levensbedreigende ziekte op het moment dat de dood in zicht komt. Sommigen gebruiken de term ‘terminale ziekte’ alleen voor kinderen die in de stervensfase zijn, omdat het moeilijk is om een kind met bijvoorbeeld Cystic Fibrosis of de ziekte van Batten, dat nog in goede doen is, te beschouwen als terminaal ziek
Soms denken mensen dat heftige rouw gelijk staat aan pathologische rouw, maar dat hoeft niet zo te zijn. Rouwen is heel hard werken en dat hoeft niet ongemerkt te gebeuren. Rouwen is bovenal een persoonlijke proces, waarbij het vooral van belang is degene die rouwt niet het gevoel te geven dat hij of zij ‘het’ verkeerd doet. Er is geen protocol voor gezonde rouw.
De volgende 9 ernstige verschijnselen komen vaak voor bij kinderen in de palliatieve fase:
De ‘trage’ vragen ( die geen snel antwoord kennen) zullen daardoor eerder impliciet dan expliciet ter sprake gebracht worden. Men is bezig te overleven en er is niet altijd tijd of ruimte voor bespiegeling.
De wereld blijkt niet veilig, niks en niemand blijkt bescherming te bieden tegen de grootste calamiteiten. Ook God niet. Bij velen roept dit vragen op naar de zin van leven, naar het waarom en waartoe . Vragen of men gestraft wordt of op de proef gesteld. Dit gebeurt niet alleen bij mensen die zich tot een religieuze of levensbeschouwelijke traditie rekenen. Er zijn niet veel mensen bij wie de vragen helemaal niet opkomen naar de zin van wat hen overkomt, de zin van het leven van een kind dat maar zo kort dreigt te zijn en zo getekend door pijn.
Het bewaken van het welbevinden van de patiënt in tijden van crisis is in vele culturen of religies belangrijk. Dit kan betekenen dat je als ouder(s) niet wil dat je kind met het slechte nieuws geconfronteerd wordt. De wijze waarop tegenover het kind daarover gesproken wordt door de zorgprofessional en aan de andere kant door de familie, kan onderling afgesproken worden. Geestelijk verzorgers kunnen daarin handvatten bieden.
De zorg voor jouw kind is gericht op het bevorderen van comfort en niet meer op het veranderen van het ziekteproces. Als een behandeling medisch gezien geen zin meer heeft, of als een (wilsbekwaam) kind behandeling weigert, kan er een moeilijk besluit genomen moeten worden: de behandeling staken, niet starten of beperken. Jullie komen samen tot dit besluit maar uiteindelijk is het de hoofdbehandelaar die deze keuze maakt/moet maken. Uiteraard blijven de zorgverleners zich inzetten zodat uw kind zich zo comfortabel mogelijk voelt.
Boeken met thema overlijden, rouw en afscheid kunnen heel behulpzaam zijn. Thuis, op school of op het kinderdagverblijf. Hieronder vind je een overzicht van boeken met het thema's als afscheid, verdriet, verlies en rouw. Wat betekent het gemis voor jou of voor je kind? Wat voel je en wat is helpend?
Mis je een boek of heb je een tip? Laat het ons weten.
Reset
Het moment dat ik het bij hem ontdekte kan ik nog terughalen als de dag van gisteren. Het was op een maandag, 27 april 2009. Die zondag ervoor was er nog niets aan de hand en hadden we heerlijk gebarbecued bij vrienden. Toen Sem wakker werd, zag ik dat hij dikke oogleden had. Twee dagen later waren zijn ogen nog steeds dik en zat ik dus om 0:00 uur bij de huisarts. Mijn intuitie zei me dat het goed mis was, maar toch kon ik niet geloven dat dit bij ons gebeurde. Sem kreeg van de een op de andere dag de diagnose “Nefrotisch Syndroom” opgestempeld.
Achterstevoren bevat zeven verhalen voor kinderen rond het aangrijpende thema 'de dood'. Op ontroerende wijze vertelt Ton Honig over kinderen en ook grote mensen die in aanraking komen met de dood. Hoe neem je afscheid? Waarom bestaat de dood in dit leven? Wat doe je niet je verdriet? En wat als je weer blij bent?
De gebeurtenissen komen soms regelrecht uit het dagelijkse leven, soms zijn het bijna sprookjes. Uiteenlopende emoties komen aan bod. leder kind maakt hier wel iets van mee. Als er iemand in de omgeving overlijdt, kan een kind door veel vragen worden overvallen. Deze verhalen zijn bedoeld om thuis of in groepsverband met kinderen te kunnen praten over de beleving van rouw.
De elfjarige Sam heeft leukemie en weet dat hij niet lang meer te leven heeft. Op 7 januari begint hij op advies van zijn lerares aan een boek waarin hij de laatste maanden van zijn leven beschrijft. Hierin stelt hij vragen waar niemand antwoord op weet, bijvoorbeeld: Hoe weet je dat je bent gestorven? En doet sterven pijn?
Ook maakt Sam een lijst van dingen die hij nog wil doen voor hij doodgaat, zoals een wereldrecord verbreken en een vriendin hebben. Samen met zijn vriend Felix, een 'ervaren' en relativerende lotgenoot uit het ziekenhuis, probeert hij deze wensen uit te laten komen. Het plezier is eindig, want algauw overlijdt Felix. Maar Sams wensen zijn nog niet allemaal vervuld.
Een ontroerend verhaal van Piet Breebaart en zijn vijfjarige zoon Joerie, naar aanleiding van het plotselinge overlijden van Joeri’s tweejarige broertje Remi. Vader en zoon maakten samen het verhaal van het konijntje Fred en zijn broertje Joep, dat plotseling doodgaat. Het verhaal gaat over alles wat Fred meemaakt en voelt: de kortstondige ziekte van Joep, zijn dood, de begrafenis en de aandacht van de dieren om hen heen.
De kracht van onvoorwaardelijke liefde, tussen moeder en zoon (en de rest van het gezin) pakt je. Al lezende laat het je niet meer los. De verwoording van Suzanne over hoe zij ALLES als liefde ziet, juist ook in situaties waar je alleen donkerte zou verwachten, is adembenemend mooi en hartverwarmend.
Yvonne van Emmerik gaat naast het kind staan en leeft zich heel diep in dat verdriet in. Dit boek, speciaal voor kinderen gaat over de schrik, het gemis en de vraag naar wat dood zijn eigenlijk is. Zie je elkaar terug, ooit, ergens? Is er iemand die de doden opvangt? In korte, eenvoudige teksten maakt Yvonne de rouw voor kinderen bespreekbaar.
Vrouwen die zwanger zijn of willen worden na het verlies van hun baby krijgen te maken met de confrontatie tussen de nog recente ervaring van dood en de ervaring van nieuw leven. In hun situatie is het moeilijk zich te identificeren met de groep van zwangere vrouwen die deze ervaring niet hebben. Dit handboek behandelt de verschillende fases: zwanger worden, zwanger zijn, de bevalling, en het ouderschap daarna. Goede informatie helpt de moeder bij het herwinnen van vertrouwen in zichzelf, in haar lichaam en in de medische zorg. Ook zorgverleners krijgen inzicht in de specifieke problematiek van deze vrouwen doordat er handreikingen voor een betere professionele begeleiding worden geboden.
Een fantastisch verhaal over Paco, een jongen van tien. Voor kinderen van 8 tot 12 jaar die een broertje of zusje, vriendje of vriendinnetje zijn kwijtgeraakt, maar het boek kan ook ouders troosten als zij het verhaal voorlezen.
Broers en zussen van kinderen met een handicap of ernstige ziekte hebben soms het gevoel dat ze er alleen voor staan, dat niemand hun ervaringen deelt. In dit boek vertellen kinderen van verschillende leeftijden in hun eigen woorden wat het voor hen betekent. Ze praten over hun frustraties, het plezier dat ze met elkaar hebben, hun boosheid en verdriet. Het stelt kinderen, jongeren, ouders en hulpverleners in staat ervaringen te delen en uit te wisselen.
Ieder kind is bijzonder op zijn eigen manier. De kinderen die in dit boek centraal staan, zijn bijzonder omdat zij zich anders ontwikkelen dan wij gewend zijn. In verstandelijk en vaak ook in lichamelijk opzicht. De ernst van hun beperkingen maakt hen kwetsbaar. Dat geldt zeker in een vreemde en bedreigende omgeving als het ziekenhuis. Juist ernstig gehandicapte kinderen bezoeken relatief vaak een ziekenhuis. Wat zij nodig hebben is een bijzondere en aangepaste ziekenhuiszorg. Ouders, artsen, verpleegkundigen, pedagogisch medewerkers en andere betrokkenen rondom het kind dragen hiervoor gezamenlijk de verantwoordelijkheid. Voor hen is dit boek bedoeld. De veertien hoofdstukken behandelen ieder een belangrijk aspect van de ziekenhuiszorg.
Bikkeltje gaat over onvoorwaardelijke liefde voor je kind. Ook als dat kind niet is, zoals je hoopte. Merles moeder geeft een indringend en intiem verslag.
Het verlies van een broer of zus is biologisch gezien het “meest dichtbije” verlies: je had het zelf kunnen zijn. Toch wordt er weinig over gesproken of naar gevraagd. Het verlies van een broer of zus heeft gevolgen voor de rest van je leven, met name voor je relaties. Door het verlies niet te ontkennen, maar te erkennen en herkennen, ontdek je dat met je broer of zus ook een stukje van je eigen identiteit verloren is gegaan. Het proces dat daarop volgt nodigt je uit om op een nieuwe manier je plek in te nemen als broer of zus, en de broer of zus die overleden is een eigen plek te geven.
Een broer of zus van een speciaal kind loopt het risico problemen te ontwikkelen, maar kan ook profiteren van deze bijzondere ervaring. Dit boek vertelt hoe. Broers en zussen in een gezin hebben veel invloed op elkaars ontwikkeling en gedrag. In een gezin met een speciaal kind kan deze invloed nog intenser zijn dan anders. Hoe werkt dit precies en hoe kun je hier als ouder of hulpverlener het best mee omgaan?
Broers en zussen van speciale kinderen zijn in de eerste plaats gewoon broers en zussen. Daarom begint dit boek met een overzicht van de broer-zusrelatie in het algemeen en gaat daarna dieper in op onder andere rivaliteit, loyaliteit, de plaats in de kinderrij, en conflicten. Daarna worden broer-zusrelaties bij specifieke aandoeningen bij kinderen besproken, zoals ADHD, autisme, emotionele stoornissen, cognitieve beperkingen, kanker, chronische ziekten en handicaps, waaronder zintuiglijke beperkingen. Wat zijn de gevolgen hiervan voor de gezinsrelaties? Ten slotte wordt beschreven welke hulp mogelijk is wanneer broers of zussen van speciale kinderen zelf problemen krijgen.
In deze verhalen zoeken broers naar een innerlijke en uiterlijke balans na het verlies van een broer of zus. Ieder verhaal is anders van toon en stijl; het zijn diep persoonlijke verhalen die ons toevertrouwd worden. Uit deze verhalen blijkt dat een broer of zus verliezen je hele binnenwereld overhoop haalt, maar ook dat er veel liefde tussen broers en zussen bestaat en blijft bestaan, ook na de dood.
Voor kinderen & volwassenen met een bijzondere broer of zus. Hoe is het om op te groeien in een gezin met een broer of zus met autisme, syndroom van Down, een spierziekte...?
Belangrijk onderzoek toont aan dat het uitwisselen van ervaringen al direct een positieve invloed heeft op hoe brussen zich voelen. Daarom is er nu dit boek! Voor het eerst geven 36 brussen (van 6 tot 69 jaar) een uitgebreide kijk in hun leven én gedachten. Handvaten maken dit een zeer herkenbaar en inzichtelijk boek voor alle brussen en hun verwanten, en hulpverleners.
Iedereen piekert wel eens, dat is heel normaal en die gedachten gaan meestal vanzelf weer weg. Maar wat doe je als dat niet gebeurt?
Het is moeilijk om te zien dat een kind verdriet heeft om het verlies van een dierbare. Je zou het verdriet het liefst wegnemen. Dat kan niet. Maar je kunt het kind wel zo goed mogelijk steunen en begeleiden.
Een betoverend boek over verlies en verwerking. Een ode aan de liefde en de verbeelding. Vanaf 6 jaar.
Een boek voor kinderen waarbij iemand uit de klas binnenkort dood gaat.
Wanneer een kinderdagverblijf of school geconfronteerd wordt met een (plotseling)verlies, zijn er vaak vragen hoe er gehandeld moet worden. Dit praktische boek biedt houvast bij zo’n emotionele en vaak verwarrende gebeurtenis. Het bevat een protocol, een checklist, werkvormen en informatie over in te zetten middelen. Wat het boek bijzonder maakt, is dat deze feitelijke informatie doorweven is met voorbeelden uit de dagelijkse praktijk. Dat maakt dat de inhoud de lezer ook kan raken.
Theo van Diepen is kinderlongarts. Een van de kinderen die hij behandelt is Klaas. Klaas is elf en lijdt aan de taaislijmziekte, cystic fibrosis. Kinderen met deze ziekte worden vaak niet oud. Hij geeft aan niet voor longtransplantatie in aanmerking te willen komen. Een besluit met grote gevolgen. Zowel voor Klaas en zijn ouders, als voor Theo. Wanneer het lijden van de jongen ondraaglijk wordt, komt Theo voor een groot dilemma te staan: hij moet kiezen tussen leven en dood, tussen wat wettelijke mag en wat vanuit goed dokterschap moet.
Staat jouw leven helemaal op zijn kop sinds je ziek bent? Dan is dit boekje iets voor jou. Dit boekje kan je niet genezen, maar het kan je wel helpen om je door deze zware periode te slaan. Het kan je helpen om even alles op een rij te zetten. Dit boek werd speciaal voor jou geschreven. Weet vooral dat je niet alleen bent: ten eerste zijn er heel wat kinderen die ziek zijn en ten tweede staan er heel wat mensen klaar om jou te helpen.
Amper een paar dagen na Kago’s verjaardagsfeest gebeurt er een vreselijk ongeluk. Snuiters vriend was op het verkeerde moment op de verkeerde plek en nu is hij dood. Plots moet het leven verder zonder Kago en dat valt niet mee voor zijn vrienden.
Een oud puttertje valt uit de eik te pletter. De zuidenwind probeert hem warm te blazen maar het vogeltje blijft koud en roerloos liggen waar het ligt. De dieren staan voor een raadsel. Waar is de ziel van putter gebleven?
Prentenboek over Derk Das, die voelt dat hij spoedig zal sterven. Als dat inderdaad gebeurt, zijn alle dieren erg verdrietig, maar later herinneren ze zich allerlei dingen die ze van Das geleerd hebben. Ze verwerken hun verdriet door samen te praten over hun vriend.
In dit boek wordt met zeer praktische, herkenbare voorbeelden ingegaan op de beleving van mensen met een verstandelijke handicap die met dood en sterven te maken krijgen. Begeleiders, ouders en anderen voelen zich regelmatig verlegen met deze thematiek. Hun wordt een kader aangereikt. Aan bod komen rouw van mensen met een verstandelijke handicap, het belang van visualiseren en concretiseren, rituelen, stervensbegeleiding, medebewoners, deelnemers en de familie van de betrokkene. De mogelijke waarde van een protocol wordt tevens beschreven. Ook wordt het belang van kennis van iemands leefwereld - van zijn of haar levensverhaal - ter sprake gebracht en de noodzaak van een goed functionerend team, een plek waar je jezelf mag zijn. De auteur gaat in op onze eigen houding met betrekking tot dood en sterven: dit onderwerp confronteert ons sterk met ons zelf, met vragen over ons eigen leven. Essentieel zijn onze eigen emoties: wanneer deze de ruimte krijgen, baant dat de weg voor ruimte voor diegenen die min of meer - aan onze zorgen zijn toevertrouwd. Een kwestie van respectvolle bejegening. Dit boek is geschikt voor alle werkers in de zorgsector en familieleden van mensen met een verstandelijke handicap. Discussies en opdrachten aan het eind van het boek maken het ook zeer geschikt voor studenten MBO en HBO. Instellingen en organisaties kunnen met het aangereikte kader hun visie en beleid op dit thema kritisch bezien.
Tot nu toe wordt in geen enkel kinderboek de overledene gecremeerd. Dat maakt het voor veel mensen lastig om aan kinderen uit te leggen wat cremeren is. In dit prentenboek wordt cremeren uitgelegd aan de hand van de dood van de papa van Julia en Stijn.
In dit prachtige voorleesboek van het succesvolle duo Bette Westera en Sylvia Weve staat één thema centraal: de dood. Samen tackelen zij dit onderwerp, dat niet alleen voor kinderen lastig en ongrijpbaar is. Met haar herkenbare taalgebruik en subtiele luchtigheid weet Westera in haar gedichten een geheel nieuwe dimensie aan de verschillende facetten van de dood te geven. Hoe erg je iemand kunt missen die er niet meer is, waarom ook jonge mensen sterven en waar iemand naartoe gaat als hij dood is - het komt allemaal aan de orde. Maar bovenal tonen Westera's gedichten, in samenspraak met de bijzondere illustraties van Weve, dat doodgaan bij het leven hoort en daarom eigenlijk doodgewoon is.
Kwaad stampt Pieke de trap op naar haar kamer. Ze weet dat ze morgen niet geopereerd zal worden. Ze vraagt zich van alles af. Wie zou er met haar ouders gaan praten? Zou haar moeder nog bozer op haar worden? Pieke overdenkt alles nog eens. Langzaam maar zeker komt Pieke erachter dat haar moeder tegen haar, haar vader, de doktoren, de school, eigenlijk tegen iedereen, liegt. Pieke is helemaal niet ziek en ze gaat niet bijna dood. Niet zij, maar haar moeder heeft juist een stoornis, met een hele moeilijk naam!
Tims wereld staat op zijn kop. Zijn beste vriend Bart is ziek en moet naar het ziekenhuis van dokter Draak. Tim is afwisselend boos, verdrietig en bang. Het ergste van alles is wel die dokter Draak. Tim droomt zelfs hoe de draak Bart in zijn hol vasthoudt. Als hij eindelijk bij zijn vriend op bezoek mag, heeft Tim zijn plannetje al klaar. Hij gaat de draak vangen en Bart bevrijden. Aan de hand van dit boekje kunnen ouders en begeleiders jonge kinderen helpen, wanneer zijn geconfronteerd worden met de ziekenhuisopname van een vriendje of vriendinnetje.
Eefje heeft het erg naar haar zin in groep 8 van basisschool De Punt. Ze heeft goede vrienden en er wordt veel gelachen. Op school is het altijd gezellig! Op een dag hoort de klas dat Lumie ziek is. Niet zomaar ziek, ze heeft kanker. Iedereen is geschrokken. Samen willen ze Lumie betrekken bij alles wat er in de klas gebeurt. Eefje en Peter gaan vaak bij haar op bezoek. Als Lumie in het ziekenhuis ligt, stuurt ze elke dag een e-mail naar De school. Lumie moet er natuurlijk wel bij zijn, als groep 8 het afscheidsfeest viert. En als ze samen naar het Anne Frankhuis gaan. Maar het lijkt wel alsof Lumie steeds zieker wordt.
Valerie is zeven jaar als wordt ontdekt dat ze nierkanker heeft. Er volgt een spoedopname in het ziekenhuis. Een van haar nieren wordt operatief verwijderd. Ze wordt bestraald. Tien maanden lang krijgt ze chemotherapie.
Bijna twintig jaar later kijkt Valerie terug op haar tijd als kankerpatiënt. Een kikker in mijn buik is het hartverscheurende, verrassend geestige en altijd hoopvolle relaas van een kind met kanker. Bovendien laat het zich lezen als een inspirerend eerbetoon aan de indrukwekkende wijze waarop Valerie als jonge vrouw haar leven weer op de rails krijgt.
Basisschool De Vuurpijl bestaat 25 jaar en dat is reden om een feest te organiseren. Maar niet zonder een feest. Er komen veel dingen kijken bij de organisatie en het veroorzaakt natuurlijk veel opwinding onder de leerlingen. In één klas is er ook een teleurstelling, omdat een leerling ernstig ziek in het ziekenhuis ligt en dus het feest niet zal kunnen bijwonen. Daar moet iets op gevonden worden, vinden de kinderen...
Kinderen hebben recht op onderwijs. Maar wat als ze lichamelijk of geestelijk zwaar ziek zijn en niet meer naar school kunnen? Hoe belangrijk kan onderwijs - thuis of in een ziekenhuisschool – dan zijn? Trouwens: welke voorzieningen en hulpmiddelen bestaan er voor de schoolse ondersteuning van langdurig zieke kinderen?
Geef me veerkracht is een opsteker voor al wie betrokken is bij de schoolcarrière van zieke kinderen. Geschreven vanuit de overtuiging dat ziek zijn geen belemmering hoeft te zijn voor de ontwikkeling van een kind. Vol inspiratie voor hulpverleners en beleidsverantwoordelijken om de kwaliteit van de zorg te optimaliseren. Met getuigenissen van leerlingen, leerkrachten en ouders.
Snuiter houdt veel van Grote Boom. Wanneer de dokter houtwormpjes ontdekt onder de schors van Grote Boom, wordt zijn wereld helemaal op z'n kop gezet...
Egeltje speelde niet zoals de andere egeltjes enzijn stekeltjes leken wel slapper te worden. Toen dokter uil egeltje onderzochtwas al snel duidelijk dat egeltje erg ziek was en niet meer beter zou worden.Het betreft een ingetogen verhaal dat er in slaagt het ziekteproces en het verdriet emotioneel overtuigend onder woorden te brengen voor jonge kinderen. De prachtige tekeningen ondersteunen de ingehouden sfeer van de tekst.
Christianne van Dooijewaard heeft bij het schrijven van 'Het egeltje onder de oude boom' geput uit eigen ervaring. Zij slaagt erin het ziekteproces en het verdriet emotioneel overtuigend onder woorden te brengen voor jonge kinderen.
'Het geheim van het Nachtegaalbos' is een prachtig kinderboek over de kracht van fantasie. Grote thema's als verlies en rouw spelen een subtiele rol in het betoverende verhaal. Leeftijd: 10 - 12 jaar.
Als een kleinkind overlijdt, lijden grootouders dubbel: ze rouwen om het verlies van hun kleinkind, en voelen de pijn van hun kind. Het regent in mijn toekomst is een boek vol herkenning voor grootouders die dit moesten meemaken.
Het rouwt in jou is een warm boek vol inzichten en eerlijke getuigenissen; herkenbaar voor ouders van een overleden kindje. Er is plaats voor verdriet, veel begrip en erkenning, maar ook hoop. Voor familie, vrienden en omgeving staat dit boek vol waardevolle tips en praktische checklists.
Het Sprookje van de dood is een inspirerend verhaal over een Zieltje dat voor de allereerste keer de reis naar de Aarde gaat maken. Wat gaat daar allemaal aan vooraf en hoe is het voor een ziel om in een mensenlichaam geboren te worden. Hoe wordt een leven op Aarde ervaren door de ogen van een ziel, en tenslotte: hoe ervaart een ziel het sterven, ofwel de terugkeer naar Huis. Dit alles wordt op een leuke en eenvoudige manier verteld. Je wordt door het Zieltje meegenomen op haar grote avontuur. Het is een wonderbaarlijke reis die je misschien opnieuw laat ontdekken wie je werkelijk bent en waar je eigenlijk vandaan komt.
Op een dag komen Mascha's vader en moeder thuis. Ze vertellen Mascha dat haar moeder in het ziekenhuis is onderzocht. Ze is erg ziek en de dokters weten niet of ze weer beter kan worden. Ze wordt niet beter. Ze gaat dood. Hoe is dat voor Macha?
Een boek voor jongeren die te horen hebben gekregen dat ze binnenkort doodgaan.
Wat gebeurt er met je wanneer je krijgt te horen dat een van je kinderen anders is? Zonder een blad voor de mond te nemen of zichzelf te ontzien vertelt Henriette Hubers in dit boek op openhartige wijze over haar gezin en de bijzondere plaats die haar zoon Thom daarin inneemt.
Das en Maatje zijn de beste vrienden. Ze doen alles samen: samen spelen, eten, praten en nog veel meer. En dan opeens is Maatje Dood. Zonder Maatje voelt Das zich heel alleen. Dus gaat hij op zoek naar Maatje. Omdat hij hem mist. En omdat hij Maatje nog zoveel had willen zeggen.
Vroeg of laat wordt iedereen geconfronteerd met dood, verlies en rouw. Maar wat zeg je dan? Wat zeg je tegen iemand die kapot is van verdriet na een verlies? Of hoe ga je het gesprek aan met je naaste als je het wilt hebben over de laatste levensfase? Hoe vertel je jouw kind dat oma is overleden? Waar kun je het over hebben als je alvast wensen voor later wilt vastleggen?
Dochter Bente wordt in 2001 geboren met grote open wonden en het vel is van de beentjes gestroopt. Het ziekenhuis constateert al snel dat Bente lijdt aan Epidermolysis Bullosa. Haar ouders vragen om euthanasie. Maar omdat een pasgeborene wilsonbekwaam is, zou dat moord betekenen. De ouders laten het er niet bij zitten. Artsen, ethici, officier van justitie, allemaal buigen zij zich over de vraag: wat als de dood als beste van alle slechte opties is? In Ik wens je het onmogelijke gaat Roos Schlikker jaren later op bezoek bij de ouders en spreekt met artsen en betrokkenen. Vanuit al hun perspectieven beschrijft ze een van de grootste taboes en zwaarste ethische dilemma’s.
Dit herinneringsboek kan kinderen helpen bij het verwerken van hun verdriet. Zij kunnen erin vastleggen wat er gebeurt als iemand, die belangrijk is voor hen, doodgaat. Ook hun herinneringen aan de persoon kunnen er een plek in krijgen.
Levenseinde ervaringen zijn heel troostrijk en geruststellend. Met een voorwoord van Pim van Lommel. Hoe bereidt de stervende mens zich voor op de dood? Wij weten niet wat zij innerlijk doormaken, maar dierbaren en sensitieve zorgverleners aan het sterfbed zien en erkennen het wezenlijke karakter van het proces waarin de stervende is verwikkeld. Daarnaast duiden deze bijzondere verhalen over de naderende dood - of levenseinde-ervaringen - op een overgang naar een andere vorm van bestaan. Een overgang die niet eenzaam of angstig hoeft te zijn maar die troostrijk en geruststellend is.
Janice heeft leukemie en de Peanuts zijn helemaal van slag. Snoopy zorgt voor de vrolijke noot in dit boekje dat vertelt wat er gebeurt als een vriend of vriendin kanker heeft.
De dood van een kind veroorzaakt een verdriet dat niet meer verdwijnt. Voor dit leed zijn eigenlijk geen woorden. Marinus van den Berg luisterde aandachtig naar ouders, broers en zussen die hun verhaal vertelden. Het overleden kind blijft altijd onzichtbaar aanwezig. Tastend zoekt Van den Berg naar woorden om de nabestaanden tot steun te zijn
Wanneer kinderen van dichtbij met dood in aanraking komen, gaan we uit ongemak nog te snel aan hen voorbij. Het verduren van kinderverdriet valt niet mee en toch is dit wat ons te doen staat. Een zeer praktisch handboek, vol met voorbeelden uit de dagelijkse praktijk. Een steun voor volwassenen die rouwende kinderen opvoeden, opvangen en begeleiden zoals ouders, leerkrachten en andere professionals.
Op driejarige leeftijd kreeg onze zoon Julian een zeldzame vorm van leukemie (JMML). U leest het verhaal over de zware strijd tegen de leukemie en hoe dapper Julian was. Hoe wij als ouders alle onzekerheden, zorgen en gelukkig ook mooie momenten tijdens zijn ziekteperiode hebben ervaren en hoe we de draad van het leven weer hebben opgepakt na het overlijden van onze kleine held op 11 december 2008. We hebben ook heel veel respect gekregen voor het medisch personeel. Zodra je met een ernstige ziekte te maken krijgt, stap je in een hele andere, maar ook bijzondere wereld: de ziekenhuiswereld!
KanjerGuusje is het verhaal van een bijzonder meisje met een zeldzame vorm van kanker, meebeleefd en verteld door haar vader. De verdrietige maar ook de mooie momenten tijdens het ziekteproces worden indringend weergegeven. Je wordt niet alleen meegetrokken in alles wat Guusje mee moet maken en beleeft, maar ook wordt duidelijk wat dit betekent voor ouders, broers en zussen, en alle anderen die nauw betrokken zijn. Een boek voor iedereen die ooit met deze afschuwelijke ziekte te maken heeft gehad. Maar ook voor al degene die tot nu toe onbezorgd door het leven gaan, maar wel willen weten wat er zich in een gezin en de omgeving afspeelt dat te maken krijgt met zo’n drama.
Het prentenboek wil jonge kinderen iets bijbrengen over dood en de rituelen die daarbij horen. Na het ritueel gaat het gewone leven verder. De dieren hernemen zoals kinderen hun spel en ook de natuur herleeft. De dode vogel is vervangen door een soortgenoot. Deze optimistische aanpak sluit goed aan bij de voorstelling die jonge kinderen hebben van de dood. Dat de personages dieren zijn, maakt het verhaal ook minder bedreigend. Ook in een groep zou dit boek prima kunnen dienen als opstapje naar een (klasse)gesprek over de dood.
De schrijver schreef dit boek vooral voor ouders van een ongeneeslijk ziek kind. Gebruik maken van brieven die veel van die ouders haar hebben gestuurd, biedt zij troost en bemoediging. Daarnaast geeft zij praktische adviezen. Het boek maakt duidelijk hoe het onvermijdelijke draaglijk kan worden gemaakt.
Kinderen helpen bij verlies is een onmisbare gids voor ouders, leerkrachten, familieleden en hulpverleners. Het boek laat zien hoe ze kinderen en jongeren kunnen begeleiden in de confrontatie met verlies, ernstige ziekte in de familie, echtscheiding of zelfdoding. Het is een boek dat thuishoort in alle huiskamers en op elke werktafel, met tal van waardevolle suggesties om kinderen, jongeren, ouders en zorgverleners te helpen.
Dit boek beschrijft, door de ogen van de moeder, hoe het leven van een 'normaal' gezin van twee werkende ouders en drie jonge kinderen ingrijpend verandert wanneer de oudste dochter plotseling ziek wordt.
Leren laveren is op de eerste plaats geschreven voor specialistisch en generalistisch werkende verpleegkundigen. Tot de doelgroep verpleegkundigen in de thuiszorg, kinderverpleegkundigen, nurse practitioners en verpleegkundig specialisten. Het boek is ook goed bruikbaar voor andere beroepsgroepen die in hun werk te maken krijgen met gezinnen waarvan een of meer kinderen een chronische ziekte hebben.
‘Mama had een baby in haar buik’ biedt ouders een goede leidraad om hun kinderen te informeren, te ondersteunen en te betrekken in de vreselijke periode van afscheid nemen van hun babybroertje of -zusje. En niet alleen ouders, maar ook iedereen die met kinderen werkt en hier mee te maken kan krijgen.
Middenin de nacht is alles anders, het is donker, stil, met af en toe een vreemd geluid.... voor je het weet gaan je gedachten met je op de loop. Dat kan het begin zijn van angstig gepieker, maar net zo goed een uitnodiging voor spannende avonturen. Woelmuis, beer en karper, olifant, sprinkhaan en uil, eekhoorn, mier en egel - eigenlijk het hele grote Tellegen - dierenbos weet ervan mee te praten.
Lisa is het zat...altijd die vragen over haar broertje Mikko. Altijd die vragen, altijd dat kijken alsof ze iets heel bijzonders zien. Dat is vervelend. Daarom besluit zij om één keer alles te vertellen. Zodat na het lezen van dit boek en het spelen van het inleefspel iedereen weet, wat meervoudig gehandicapte kinderen en hun broertjes en zusjes allemaal meemaken. En niemand zich meer afvraagt: "Wat zou er met dat kind in die rolstoel aan de hand zijn?"
De laatste tien jaar is er een toenemende belangstelling voor mindfulness en de betekenis die de beoefening van mindfulness kan hebben voor de manier waarop we in ons leven staan.
Het is een prentenboek dat kinderen de ruimte biedt om hun vragen, angsten, gedachten en ideeën rondom de dood te verwoorden. Voor kinderen vanaf 5 jaar.
Een lichtvoetig prentenboek over zware thema’s als ongeneeslijke ziekte, dood en verlies.
Ouders die moeten leven met de dood van hun kind ondergaan met ups en downs diepe emoties. Dit boek biedt teksten ter ondersteuning.
In persoonlijke en troostrijke gedichten brengt Ina Sipkes de Smit de gevoelens van kinderen onder woorden als iemand in hun naaste omgeving ziek wordt, zoals vader, moeder, oma, broertje of zusje of een huisdier. Het boek is voor kinderen van 6 tot 10 jaar.
Muis is jarig en viert feest in het versierde dierenbos. Olifant is er ook bij, maar genieten van het feest kan hij niet. Hij is verdrietig. Zijn vriendjes doen er alles aan om hem op te vrolijken, maar niets helpt. Totdat Muis naast Olifant komt zitten en met hem praat over zijn tranen. Dat helpt hem echt, en de dieren vieren feest zoals ze nog nooit gedaan hebben.
Ilo is blij want hij krijgt een broertje. Maar bij de geboorte blijkt het een heel bijzonder broertje te zijn. Ono weent niet en kan ook niet spelen. Ono is dood. Na een feest zonder ballonnen, vlaggen of taart is Ono weg.
Dit boek is voor iedereen die meer wil weten over de vele mogelijkheden om creatief aan de slag te gaan bij een (naderend) en vaak onzichtbaar verlies.
De twaalfjarige Oscar schrijft vanuit zijn ziekbed brieven aan God. In die brieven, die sprankelen van levenslust, vertelt hij over oma Rozerood, een dame die hem regelmatig bezoekt en met hem praat over allerlei kleine en grote levensvragen. Oscars brieven geven een prachtige en ontroerende beschrijving van wat wellicht de laatste twaalf dagen van zijn leven zijn.
Het verlies van een naaste is in ieders leven een ingrijpende gebeurtenis. Hoe kom je daar ooit overheen? Jongeren hebben het vaak extra moeilijk. Zij zitten in een fase van hun leven waarin al veel gebeurt. Meer dan bij kinderen en volwassenen hebben jongeren de neiging om voor pijn en verdriet weg te lopen en zich terug te trekken. Wat gebeurt er allemaal voorafgaande aan en tijdens een begrafenis en crematie? Hoe verloopt een rouwproces? Op deze, en vele andere vragen geeft dit boek antwoord. Ook andere culturen komen aan bod. Het geeft jonge mensen waardevolle tips om deze verdrietige periode in hun leven door te komen. De vele praktische oefeningen kunnen hen helpen om het afscheid te verwerken en weer te genieten van dingen.
Toch gaat dit boek vooral ook over het leven. Want de nabijheid van de dood kan maken dat je stilstaat bij wat in het leven écht belangrijk is.
Aantrekkelijk prentenboek dat het thema dood begrijpelijk en invoelbaar maakt voor de oudste peuters en kleuters. Vanaf ca. 4 jaar.
Het hazenmeisje Roosje kan bijna niet wachten tot haar babybroertje geboren wordt. De baby wordt te vroeg geboren en is heel klein en zwak. Terwijl haar ouders in de weer zijn met de baby en elk grammetje dat hun zwakke kindje aankomt met gejuich begroeten, wil Roosje niets van de baby weten. Ze vindt dat nieuwe baby'tje een beetje eng. Haar vader vertelt een verhaaltje over de vriendschap tussen een schildpad en een haas. Dan begrijpt Roosje dat haar broertje haar nodig heeft. Lief verhaaltje waarin op een leuke manier duidelijk wordt gemaakt dat binnen een gezin de sterkere de zwakke kan helpen.
Verhalen van zussen over verlies van een broer of zus. In Rouw in de zijlijn komen voor de eerste keer een groot aantal zussen aan het woord over het verlies van hun broer of zus. Een meestal verborgen en onderschat rouwproces waar in de maatschappij nog weinig aandacht voor is. Van de bestsellerauteur van Broederziel alleen? Het kost veel moed om je eigen verlies onder ogen te zien als zus, zeker als er bijna nooit naar gevraagd wordt. Het is bekend dat zussen hun eigen rouwproces opschorten of bevriezen om eerst te gaan zorgen voor de partner en kinderen of de ouders van hun broer of zus. Jaren later, tot wel 20 of 50 jaar, kan het verlies voor zussen nog diep verdriet en grote eenzaamheid betekenen omdat hun gevoelens en ervaringen al die jaren in de zijlijn zijn blijven steken... In deze verhalen zoeken zussen naar een innerlijke en uiterlijke balans na het verlies van een broer of zus. Ze vragen ruimte voor hun verdriet en aandacht voor hun verhaal van liefde en verlies. Bovenal zoeken ze naar manieren om verder te leven met de herinneringen aan hun broer of zus. Uit alle verhalen blijkt hoe waardevol zussen en broers voor elkaar zijn en hoeveel liefde zussen voelen voor hun zus of broer, ook na diens dood.
De dood van een baby wordt in onze samenleving als schokkend ervaren maar slechts met kortdurend verdriet als gevolg, omdat ouders hun kindje niet of amper zouden kennen. Maar als ouder verlies je ook een deel van jezelf en de toekomst van je baby.
Dit boek is geschreven zowel voor mensen die zich met hun levenseinde geconfronteerd zien, als voor mensen die - al dan niet beroepshalve - te maken hebben met het levenseinde van een ander. Carlo Leget laat in dit boek zien dat een goede omgang met het levenseinde alles te maken heeft met het geven en ervaren van ruimte.
Jette is net jarig geweest. Ze is nu tien jaar. Tien! Haar kleine broertje Emiel niet: die blijft voor altijd zes.
Sabine Noten laat in Stapeltjesverdriet zien hoe groot de invloed kan zijn van zeer jong verlies. Op basis van dertig diepte-interviews met volwassen mannen en vrouwen die als (ongeboren) baby of kind (tot en met vier jaar) -en in hun latere leven nogmaals- een groot verlies meemaakten, laat de auteur zien wat jonge kinderen nodig hebben bij een verlies en geeft ze hier richtlijnen voor. Tevens beschrijft ze haar systemische manier van kijken en werken met stapeltjesverdriet.
‘Tobias’ van Elisabeth van Windt: een waargebeurd verhaal over liefde, verlies en hoop. Deze autobiografische roman laat een ander licht schijnen op een leven met beperkingen.
Toverdruppels is een vertederend verhaal met herkenbare situaties en wijsheid op kindermaat. Het nodigt kleine kinderen uit om over verdriet en troost te spreken. Zo leren ze (preventief) omgaan met verlies en rouw en denken ze na over wat ze als troostrijk ervaren.
Wanneer een geliefd iemand doodgaat, blijft een grote leegte achter. Herinneringen zorgen ervoor dat die persoon een beetje verder leeft in je hart. Dit invulboekje helpt jouw kind om die herinneringen te verzamelen. Zo ontstaat een tastbaar aandenken om vandaag en in de toekomst te koesteren.
Past geluk in een verhuisdoos? En wat doe je als plotseling niet alles gaat zoals gepland? Een kindje verliezen na 20 weken zwangerschap voelt als een krachtige tsunami die alles onderuit haalt. ‘Vaste grond’ vertelt over die eerste jaren.
In Leven na de wending vertellen ouders openhartig over hun leven na het overlijden van hun kind. Over het intense gemis, de moeite die 'loslaten' kost en het belang van herdenken. Ook spreken zij over het effect op de relatie, op de verhouding tot vrienden en familie en de kijk op het leven. Sommigen verloren hun kind plotseling door een ongeval, anderen na een langdurende ziekte. De één kijkt terug na twee jaar, de ander na acht. Het boek kan een steun zijn voor elke ouder wiens kind is overleden, en van nut zijn voor alle mensen om die ouder heen; of ze nou familielid, buurman/vrouw of zorgverlener zijn.
Het sterven van een kind veroorzaakt een verdriet dat niet verdwijnt. Dat geldt voor allen die achterblijven: ouders, grootouders, broers en zussen, vrienden. Dit verdriet kent veel verschijningsvormen. Veel hangt af van de levensfase waarin de nabestaande verkeerde toen de dood toesloeg. In de opzet van zijn boek volgt Marinus van den Berg de levensloop. Hoe beïnvloedt de dood van een kind het leven van de familieleden? Hoe grijpt het in bij een ouder, grootouder, bij een broer of zus? Ook gaat hij na welke waarde vriendschap en levensbeschouwing hebben in deze omstandigheden.
Een naslagwerk over liefde, ook al gaat het over verlies en sterven.
Mijn dochter Maxine overleed op 28 april 2016 aan de gevolgen van hersenstamkanker (DIPG). Ze werd 3 jaar. Veertien weken daarvoor hoorden wij dat ze niet lang meer te leven had.
Ze heeft een lijst gemaakt met tien dingen die ze nog wil doen voor ze doodgaat. Nummer één is seks. Ze wil ook nog drugs gebruiken en autorijden. Maar het is niet altijd eenvoudig om te krijgen wat je wilt. En krijgen wat je wilt is niet altijd krijgen wat je nodig hebt. En soms worden dingen belangrijk waarvan je het nooit had verwacht.
In dit boek beschrijft Tanja van Roosmalen wat kinderkanker is en welke consequenties deze ziekte kan hebben voor het onderwijs.
'Ik dacht toch zeker een jaar lang na mijn vaders dood dat hij op wereldreis was en dat hij zo de kamer in kon stappen.'
'Ik had altijd een masker op: vrolijk, altijd lachen, maar stiekem voelde ik me zo rot.'
'Ik had spijt van het ruziemaken met mijn zusje, ik liet haar nooit op mijn kamer en nu kan het niet meer.'
Herken jij jezelf in deze uitspraken? Dan is dit boek voor jou gemaakt. Want misschien denk jij dat je de enige bent die dit heeft meegemaakt en zich zo voelt. Je leest hoe andere jongeren worstelen met hun verlies. Je zult ook zien dat er meerdere manieren zijn om er mee om te gaan. Rouwen hoef je namelijk niet allemaal op dezelfde manier te doen. Als mensen jou niet goed begrijpen dan kun je vragen of ze dit boek willen lezen, misschien wordt het dan duidelijker hoe jij je voelt en wat jij nodig hebt.
Sanne de Bakker schreef een ontroerend en troostrijk prentenboek over een meisje dat allerlei vragen stelt wanneer haar kat doodgaat. Mede door de prachtige, kleurrijke illustraties van Tseard van der Meulen is Willem een kat om nooit meer te vergeten!
Het zakboekje “Afscheid van Grote Boom” is een waardevol instrument om kinderen te helpen omgaan met de dood van een bijzonder iemand. Het kan thuis of op school ingezet worden in de begeleiding van kinderen die een dierbare verliezen na een slepende ziekte.
Basisinformatie voor kinderen die iemand door de dood verloren zijn in de vorm van een stripverhaal. Aan de achterzijde kunnen de kinderen een vriendje of vriendinnetje, de juf of meester van school of iemand anders iets aardigs laten schrijven.
‘Geen lieve, mooie, gezonde baby, maar verdriet en wanhoop. Daarmee gaan ouders die hun kindje voor, tijdens of vlak na de bevalling verliezen mee naar huis. Wat volgt is een moeilijke tijd.’
‘Zonnekind is ontstaan vanuit een persoonlijke ervaring. Het is daarmee tevens een ode aan Juul Maxime, die op 25 september 2011 niet-levensvatbaar ter wereld kwam, en hopelijk een troost voor alle ouders die ook een kind tijdens de zwangerschap of bevalling verliezen.’
‘Hij was zo welkom’ en ‘Zij was zo welkom,’ te bestellen en te downloaden via www.zonnekinderen.org
Schrijf je in voor de nieuwsbrief en blijf op de hoogte van het laatste nieuws rondom kinderpalliatieve zorg.