Skip to main content

Informatiepagina regeling LZA/LP/LK1-12

Op deze pagina vind je informatie over de regeling late zwangerschapsafbreking, levensbeëindiging bij pasgeborenen en kinderen van 1 tot 12 jaar. De informatie die we hebben samengesteld is bedoeld om jou, je gezin en professionals van basiskennis te voorzien. Misschien heb je na het lezen nog vragen of wil je over bepaalde onderwerpen meer weten. Schroom dan niet om contact op te nemen.


 

Informatiepagina regeling LZA/LP/LK1-12

Kinderpalliatieve zorg is gericht op het verbeteren van de kwaliteit van leven, behoud van waardigheid en het verminderen van lijden. In uitzonderlijke situaties kan het (verwachte) lijden van een kind zo ondraaglijk worden dat de mogelijkheden van zwangerschapsafbreking of levensbeëindiging in beeld komen. 

Per 1 februari 2024 geldt de Regeling LZA/LP/LK1-12, voluit de Regeling beoordelingscommissie Late Zwangerschapsafbreking, Levensbeëindiging bij Pasgeborenen en Levensbeëindiging Kinderen 1-12 jaar. Er bestond al eerder een regeling voor late zwangerschapsafbreking en levensbeëindiging pasgeborenen. Deze is gewijzigd en uitgebreid met levensbeëindiging bij kinderen in de leeftijd van 1 tot 12 jaar. Levensbeëindigend handelen valt buiten het normaal medisch handelen. De arts moet de uitvoering van een late zwangerschapsafbreking of levensbeëindiging melden aan een speciale beoordelingscommissie.

In dit schema wordt op een overzichtelijke manier de verschillende regelingen van levensbeëindiging bij kinderen weergegeven.


Levensbeëindiging bij kinderen tussen 1 en 12 jaar

Met goede zorg en ondersteuning lukt het gelukkig in de meeste gevallen om kinderen met levensduurverkortende of levensbedreigende aandoeningen een goede kwaliteit van leven te bieden. Maar in zeldzame gevallen kan het lijden van een kind zo ondraaglijk worden dat de mogelijkheden van palliatieve zorg niet toereikend zijn om hun lijden te verlichten. In deze gevallen kunnen vragen over levenseindebesluiten gaan ontstaan. De regeling waar jarenlang zorgvuldig met vele betrokkenen aan gewerkt is, is opgesteld om mogelijkheden te bieden om in de laatste levensfase ook kwaliteit van sterven te kunnen bieden aan het kind. Professionals hebben ingeschat dat de regeling in potentie jaarlijks ongeveer 7 kinderen treft. 

In een Advance Care Planning gesprek kunnen wensen over actieve levensbeëindiging worden besproken. Dit kan al in een vroeg stadium. Deze wensen kunnen ook vastgelegd worden in het Individueel Zorgplan. In Vroegtijdige Zorgplanning vind je meer informatie over het Individueel Zorgplan en Advance Care Planning.


In Nederland kennen we verschillende beslissingen die de levensduur van kinderen kunnen beïnvloeden. Zo kan bijvoorbeeld gekozen worden voor een levensverlengende behandeling, maar ook behandelbeperkingen, een niet-reanimeren beleid of een palliatieve sedatie kunnen onderdeel zijn van de zorgbeslissingen voor een kind.

Voor de meeste van deze beslissingen geldt dat ze onderdeel zijn van de gewone zorg. Dat betekent dat artsen en gezinnen hier samen een beslissing over kunnen nemen zonder dat hiervoor extra regels gelden. Hierover kun je meer lezen in de richtlijn Palliatieve zorg voor kinderen.  

Voor actieve levensbeëindiging bij kinderen zijn wel extra regels opgesteld. Actieve levensbeëindiging is het toedienen van een middel met als doel het leven van een kind te beëindigen om zo het uitzichtloze en ondraaglijk lijden te stoppen. De zorgvuldigheid uit wet- en regelgeving moeten daarbij in acht worden genomen, en artsen moeten hier, in tegenstelling tot andere levenseindebeslissingen, altijd melding van maken bij de beoordelingscommissie die hierover gaat. De beoordelingscommissie adviseert het Openbaar Ministerie of er zorgvuldig is gehandeld.

Actieve levensbeëindiging is niet gelijk aan euthanasie: bij euthanasie vindt de levensbeëindiging plaats op basis van het uitdrukkelijke en weloverwogen verzoek van de wilsbekwame patiënt zelf. Kinderen tot 12 jaar zijn volgens de wet niet wilsbekwaam. Bij kinderen tussen de 1 en 12 jaar zal in de praktijk dit besluit door artsen en ouders gezamenlijk en in goed overleg worden genomen. Hoewel kinderen over het algemeen niet in staat zijn hier over mee te praten, wordt waar mogelijk de stem van het kind meegenomen.

Uit onderzoek is gebleken dat er in de leeftijdsgroep 1 tot 12 jaar soms ongeneeslijk zieke kinderen zijn die ondraaglijk en uitzichtloos lijden zonder dat er goede mogelijkheden waren om dat lijden te verlichten, heeft de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport besloten een regeling in het leven te roepen die het mogelijk maakt om in deze zeldzame gevallen het leven van het kind te beëindigen om het ondraaglijk lijden te stoppen. Deze regeling kan alleen worden ingezet als er geen andere redelijke alternatieven zijn om het lijden weg te nemen.

De regeling voor kinderen van 1 tot 12 jaar is een uitbreiding van de Regeling beoordelingscommissie Late Zwangerschapsafbreking en Levensbeëindiging Pasgeborenen (regeling LZA-LP), die sinds 2005 bestaat. De nieuwe regeling heet: Regeling beoordelingscommissie Late Zwangerschapsafbreking, Levensbeëindiging bij Pasgeborenen en Levensbeëindiging kinderen 1-12 jaar.

Op dit moment worden de zorgvuldigheidseisen ontwikkeld door de beroepsgroep. Zodra deze gereed zijn, delen wij deze informatie. 

De zorgvuldigheidseisen voor actieve levensbeëindiging bij kinderen van 1 tot 12 jaar
De regeling geeft de bevoegdheid om actieve levensbeëindiging op zorgvuldige wijze uit te voeren alleen aan de arts. De arts is verplicht de besluitvoering in samenspraak met ouders en – indien mogelijk – het kind zelf te maken. Artsen volgen de reeds bestaande richtlijnen in de kinderpalliatieve zorg. In de regeling zijn op dit moment nog geen specifieke zorgvuldigheidseisen opgenomen voor de groep kinderen 1-12 jaar. Deze zullen vanaf in de inwerkingtreding worden ontwikkeld door de beroepsgroep, en op een later moment opgenomen worden in de regeling. De zorgvuldigheidseisen die zijn opgenomen voor de groep pasgeborenen, kunnen tot die tijd als vertrekpunt worden gebruikt.

De regeling verplicht artsen er niet toe om levensbeëindiging uit te voeren. Dat is een afweging die de arts zelf moet maken. De regeling zorgt ervoor dat er een formele toetsingsprocedure bestaat voor artsen die de levensbeëindiging bij kinderen van 1-12 jaar uitvoeren.

Melding van actieve levensbeëindiging
Artsen die actieve levensbeëindiging uitvoeren bij kinderen moeten hier altijd melding van doen. Voor informatie over de meldingsprocedure van actieve levensbeëindiging kun je kijken op de site van de beoordelingscommissie LZA-LP-LK1-12

Na bestudering van de melding zal de beoordelingscommissie tot een oordeel komen of de uitvoering zorgvuldig was of niet. Dit oordeel geldt als een zwaarwegend advies voor het Openbaar Ministerie, dat beoordeelt of vervolging noodzakelijk is.

In dit schema wordt op een overzichtelijke manier de vervolgstappen van actieve levensbeëindiging van kinderen van 0 tot 12 jaar weergegeven.

Ben je arts en heb je vragen, of zoek je ondersteuning of ruggespraak bij een casus waarin vragen over levenseindebesluiten een rol spelen? Dan kun je contact opnemen met het Artsensteunpunt Levenseinde Kinderen. Het Artsensteunpunt biedt ondersteuning, advies en consultatie bij complexe vragen rond het levenseinde bij kinderen. Wanneer de mogelijkheid van actieve levensbeëindiging in je praktijk speelt, kun je als arts contact opnemen voor een oriënterend gesprek hierover. Ook kun je bellen voor steun en emotionele support, als je wilt napraten over een traject of je hart wilt luchten. Je kunt als behandelend arts het Artsensteunpunt ook inschakelen voor het organiseren van een onafhankelijk oordeel. Deze collega-arts denkt met je mee over de vraag of levensbeëindiging in dit geval een passende optie zou kunnen zijn.

Daarnaast kunnen ook de Kinder Comfort Teams en Netwerken Integrale Kindzorg (NIK) uit jouw regio je helpen bij het vormgeven van goede zorg en besluitvorming voor kinderen met een levensbedreigende aandoening.

Binnenkort is er meer informatie beschikbaar voor zorgverleners die te maken krijgen met vragen rond actieve levensbeëindiging, in de vorm van scholing en trainingen.

Naast het gesprek wat je als ouder voert met de professionals van jouw kind, is het ook mogelijk om binnen de Kinder Comfort Teams en Netwerken Integrale Kindzorg (NIK) verschillende professionals te vinden die expertise hebben bij het begeleiden van gezinnen met een kind dat intensieve en/of kinderpalliatieve zorg nodig heeft. De netwerkcoördinator uit jouw regio kan met je meedenken over welke ondersteuning kan helpen bij de vragen die je hebt. 

In 2024 zal er informatiemateriaal voor ouders beschikbaar komen over actieve levensbeëindiging. Zodra dit beschikbaar is, zal dit op deze pagina worden vermeld. 

Informatiebronnen

Meer informatie over de regeling LZA/LP/LK1-12.


Late zwangerschapsafbreking

Bij late zwangerschapsafbreking moet bij de ongeborene sprake zijn van zulke ernstige aandoeningen dat na de geboorte zou worden afgezien van een medische behandeling. Het gaat om een afbreking vanaf 24 weken zwangerschap. Late zwangerschapsafbreking kan alleen plaatsvinden als een arts aan alle zorgvuldigheidseisen voldoet. 

 

Levensbeëindiging pasgeborenen

Levensbeëindiging bij pasgeborenen kan plaatsvinden wanneer sprake is van uitzichtloos en ondraaglijk lijden bij een baby jonger dan 1 jaar. Actieve levensbeëindiging bij baby’s tot 1 jaar mag alleen plaatsvinden als een arts aan alle zorgvuldigheidseisen voldoet. 

Informatiebronnen

Meer informatie over late zwangerschapsafbreking en levensbeëindiging bij pasgeborenen.


Euthanasie

Een wilsbekwaam kind vanaf 12 jaar kan zelf een verzoek tot euthanasie doen. Voor deze patiënten is de Wet toetsing levensbeëindiging op verzoek en hulp bij zelfdoding van toepassing. Kinderen tussen de 12 en 16 jaar kunnen zelf om euthanasie vragen mits zij wilsbekwaam zijn, maar dan moeten de ouders ook toestemming geven. Een wilsbekwaam kind is in staat om informatie over de zorg en/of behandeling te begrijpen en af te wegen, begrijpt wat de gevolgen van een beslissing zijn en is in staat om een (doordachte) beslissing te maken. Wilsbekwame kinderen tussen de 16 en 18 jaar hebben geen toestemming van de ouders nodig. Ook euthanasie mag alleen plaatsvinden als aan alle zorgvuldigheidscriteria is voldaan. Vanaf 18 jaar kan iemand zelfstandig om euthanasie vragen.


Informatiebronnen

Meer informatie over euthanasie.


Achtergrondinformatie


Regeling en toelichting LZA/LP/LK1-12

 

Nieuwsbrief

Schrijf je in voor de nieuwsbrief en blijf op de hoogte van het laatste nieuws rondom kinderpalliatieve zorg.